Informatie over O.H.C. Bully
Klik voor meer informatie over de betreffende categorie
 (jeugd) lid worden en dan ... (1)
 ALV 2024 (1)
 AVG - privacy (1)
 Bardienst vanaf seizoen 23-24 (2)
 Contributies (2)
 De ideale hockeycarière bij Bully (1)
 Einde lidmaatschap (1)
 Handboek website (2)
 Huishoudelijk reglement - Statuten (2)
 Huisregels accomodatie (1)
 Scheidsrechters (1)
 Tips voor coaches (jongste) jeugd (1)
 Toernooien (1)
 Wedstrijdsecretariaat (1)

Mist u informatie hier? Mail ons op [email protected]

Scheidsrechters
Wenken voor de scheidsrechters 

Handleiding voor begeleiders van beginnende clubscheidsrechters

 

Voorwoord

Deze handleiding is bestemd als hulpmiddel voor begeleiders bij het leerproces van de beginnende scheidsrechters.

 

Met deze handleiding beoogt de KNHB extra aandacht te besteden aan scheidsrechters die na het behalen van de kaart hun eerste wedstrijden moeten fluiten.

 

Om te voorkomen dat er steeds hij/zij in de tekst komt te staan, is gekozen voor de mannelijke vorm; natuurlijk geldt de inhoud voor meisjes als jongens en voor dames en heren.

 

 

Inleiding

Scheidsrechterscursus gevolgd, kaart gehaald, maar dan? Krijgt de beginnende scheidsrechter vervolgens begeleiding of moet hij alles alleen uitzoeken? Heel veel verenigingen zorgen goed voor hun nieuwe scheidsrechters, maar hoe kun je als vereniging de begeleiding het beste regelen? Wat kan je doen? Waarom een vereniging het doet is duidelijk, toch?

 

In deze handleiding wordt duidelijk wat het belang is van het begeleiden en vooral hoe je als vereniging dit kunt opzetten en uitvoeren. Ga je per individu begeleiden, hoe ziet de feedback er uit. Maar ook, waar moet een begeleider op letten en hoe kun je het beste te werk gaan. Wat is het doel van begeleiding bij beginnende scheidsrechters? Hoe kan een vereniging zelf bijdragen aan het verhogen van de kwaliteit van de arbitrage? Hoe kun je helpen om met z’n allen te gaan voor meer kwaliteit en meer plezier bij spelers én scheidsrechters?

 

Wie fluit hoort erbij, wie begeleid wordt nog veel meer!

 

Checklist voor begeleiders

 

Voor de wedstrijd

·          Spreek 20 tot 25 min. voor de wedstrijd met de scheidsrechter af.

·          Geef vooraf de beginnende scheidsrechters niet teveel ineens mee. Durven fluiten en positionering zijn in eerste instantie de belangrijkste punten.

·          Meldt beide coaches dat je beginnende scheidsrechters begeleid.

·          Vertel nadrukkelijk dat je er niet staat om al dan niet vermeende verkeerde beslissingen te corrigeren maar om algemene aanwijzingen te geven.

·          Vertel ook dat je ingrijpt als coaches, spelers of publiek het te bont maken tegenover de beginnende scheidsrechters.

 

Tijdens de wedstrijd

·          Kijk vanaf de zijlijn mee en coach alleen als het op essentiële punten fout gaat of als de scheidsrechter je vragend aankijkt.

·          Beperk je tot een aantal aanwijzingen tijdens de wedstrijd

Vb) “goed gezien, uitstekend opgelost, harder fluiten, voor het spel uitlopen, zorg dat je eerder de cirkel in bent”.

·          Noteer de andere punten om na de wedstrijd te bespreken.

 

Tijdens de rust

·          Laat de scheidsrechter even “uitrazen”.

·          Kom terug op één of twee punten die je in het begin hebt aangegeven. Wees positief en coachend!!!

 

 Na de wedstrijd

·          Haal een concreet voorbeeld uit de wedstrijd en vraag naar de beleving.

·          Blijf positief, prijs eerst wat goed is en geef daarna instructies wat beter kan.

·          Vul het beoordelingsformulier in en overleg met de scheidsrechter of verdere begeleiding noodzakelijk is. Geef dit aan de begeleidingscommissie/ scheidsrechterscommissaris door.

  

 

Belangrijkste aandachtspunten voor de beginnende scheidsrechter 

Fluiten

De fluit is het belangrijkste communicatiemiddel. Laat daarom de scheidsrechter hard en gedecideerd fluiten. Iedereen maakt fouten maar die worden geaccepteerd als hij duidelijk fluit en duidelijk wijst met een arm.

Bij de zwaarste straf (voordeel), mag uiteraard niet worden gefloten, maar moet wel het voordeel worden aangegeven.

 

Positionering

Hockeystick loop. M.a.w. langs de lijn oplopen tot 23-m van de collega scheidsrechter, maar daarnaast ook tijdig naar de cirkel lopen om rustig in de buurt van het doel de aanval waar te nemen. Wanneer acties zich in de cirkel afspelen, kan de scheidsrechter het beste naast het doel gaan staan. (NB: veel beginnende scheidsrechters ‘durven’ niet tot in de cirkel te lopen; coach hen daarbij)

 

Signalering en waarneming

- Aanwijzen van beslissingen: met één arm alleen de richting aangeven (rechts voor de aanval, links voor de verdediging)

- Alleen richting aangeven als de collega scheidsrechter “daarom vraagt”. Nooit samen, gelijktijdig wijzen en/of fluiten. Mocht dit laatste zich per ongeluk toch voordoen dan fluit de scheidsrechter op wiens helft de overtreding heeft plaatsgevonden opnieuw en geeft hij de richting aan (de middenlijn beslist). De andere scheidsrechter laat op dat moment onmiddellijk zijn arm zakken.

 

Samenwerking collega scheidsrechter

- Door houding en uitstraling kunnen scheidsrechters laten zien dat zij een team zijn.

- Scheidsrechters moeten elkaar zoveel mogelijk steunen (daarom juiste positionering belangrijk)

- Het raadplegen van de collega scheidsrechter heeft alleen zin als hij/zij het gezien kan hebben.

 

 

Tips voor clubscheidsrechters

 

Naarmate je ervaring met fluiten groter is, kun je je aandacht op andere gebieden richten.

Finetuning van houding, regelkennis en stijl en het aanleren van technieken die bij moeilijke wedstrijden noodzakelijk kunnen zijn, komen hier aan de orde.

 

Heel veel succes en plezier met het fluiten!

 

1.     Houding en fluiten:

·         Fluit hard (niet uitademen, maar blázen); niet láng blazen, maar hárd blazen. Zorg voor een goede fluit (de Fox fluit is prima). Als je zachtjes fluit, denken ze dat je niet zeker bent, of ze horen het niet en spelen door.

·         Probeer te variëren in je fluitsignalen. Kort en minder hard voor kleine overtredingen. Harder voor fysieke fouten en duidelijk en streng voor echte rottigheden. Een voor iedereen zichtbare lullige shoot die tot een strafcorner leidt, moet je met een kort signaal aangeven. Een hak op een stick die buiten de cirkel tot een strafcorner leidt moet je met een duidelijk hard en streng signaal aangeven.

·         Wijs na het fluitsignaal duidelijk en met gestrekte armen aan; niet ‘bang zijn’ om aan te wijzen. Als je lang wacht tussen fluitje en aanwijzen, dan lijkt het of je het niet zeker weet.

·         Geen aanwijzingen meer met twee armen. Duidelijk aanwijzen, met je rug naar de zijlijn en met je arm gestrekt. Groot maken.

·         Een vrije slag voor de aanval geef je aan met je rechterarm, een vrije slag voor de verdediger met je linkerarm.

·         Probeer met je rug naar de zijlijn te staan als je aanwijst, dan wordt je ‘breder’. Daarnaast krijg je ook een beter overzicht.

·         Nadruk op manier van aanwijzen. ‘Groot’ zijn en met overtuiging aanwijzen. Variatie in handgebaar: open hand voor iets kleins, priemende vinger voor iets serieus.

 

2.     Positie in het veld

·         De standaard looproute is de ‘hockeystick’. Als de bal op de ‘andere helft’ is, loop je langs de zijlijn mee tot in de buurt van de 23-meterlijn. Vanaf jóuw 23-meterlijn buig je af richting tweede streepje op de achterlijn (rechts van het doel).

·         Fouten in de looplijn zelf corrigeren. Het aanhouden van deze lijn wordt nu belangrijk.

·         Loop altijd vóór de aanval uit als men jouw kant op komt; dan zie je het spel veel beter.

·         Zoek je standaard looplijn. Zorg dat je standaard een paar meter voor de rechtsbuiten uit loopt.

·         Wees niet bang om in de cirkel te komen. De ‘hockeystick’ route gaat echt ver de cirkel in, tot ongeveer 5-8 meter van de rechterdoelpaal, bij de achterlijn.

·         De betere scheidsrechter staat in de cirkel als de aanval daar aankomt. Deze is voor de meesten veel dichter bij het doel dan ze voorheen durfden.

·         Loop spelers niet in de weg, maar begrijp dat je dichtbij moet staan om het goed te zien.

·         Let er op dat een spelers’ eerste reactie bij een fluitsignaal tegen is, om te kijken waar de scheidsrechter staat. De speler gelooft een fluitsignaal veel sneller als hij het gevoel heeft dat de scheidsrechter dusdanig stond dat hij het goed kon zien.

 

3.     Spelregels

·         Probeer het verschil te zien tussen een opzettelijke overtreding en iets doms. Fluit iets harder voor een opzettelijke overtreding.

·         Het minder hard fluiten (maar wel duidelijk!) voor een ‘gewone’ overtreding neemt vaak frustratie weg. De speler weet zelf wel dat hij fout zat en heeft daar geen extra aandacht (door een overdreven fluitsignaal) voor nodig. Als je díé techniek beheerst, is een streng fluitsignaal dubbel zo effectief.

·         Als iemand een opzettelijke overtreding maakt buiten de cirkel, binnen het 23-metergebied, dan mag je een strafcorner geven. Zeg erbij dat je dit doet omdat het opzettelijk was, dan leert men ervan.

·         Een betere scheidsrechter herkent de duidelijke opzet (bij de mindere teams) en geeft een strafcorner. Hij herkent bij betere teams echter ook de professionele opzettelijkheden buiten de cirkel en bestraft die ook met een strafcorner. Hij pikt de juiste fouten eruit en toont de spelers op deze manier dat hij het spelletje begrijpt. Een goede scheidsrechter geeft strafcorners voor de échte opzettelijke fouten, toont daarmee de verdediging dat hij herhalingen óók zal bestraffen. En voorkomt hiermee (als de verdediging slim genoeg is) dat men de rottigheden herhaalt.

·         Een betere scheidsrechter ziet het verschil tussen ‘het ziet er opzettelijk uit, maar het is in feite gewoon onkunde’ en ‘de speler doet alsof het onhandigheid is, maar het is gewoon opzet’.

·         Neem goed met elkaar door wanneer je een vrije slag geeft, wanneer het een strafcorner is en wanneer een strafbal. Met name het geven van een strafbal komt niet zoveel voor. Besteed daar wat aandacht aan.

·         De betere scheidsrechter maakt op dit gebied geen vergissingen meer.

 

4.     Samenwerken en controle

·         Je bent met twee scheidsrechters en je mag (en móét) elkaar helpen als de ander iets niet kan zien. Maar geef die ander wel even de kans om te fluiten. Als er iets op de helft van je collega gebeurt, moet je klaar zijn om te fluiten, maar éventjes wachten om te zien of hij al zelf fluit.

·         De betere scheidsrechter gaat tot ruim over de middenlijn mee met zijn collega en fluit ondersteunend in zijn verre hoek. Maar is op tijd terug op zijn eigen helft voor de aanval uit.

·         Niet meewijzen met elkaar; vroeg of laat wijzigt je collega eens zijn oorspronkelijke beslissing en sta je alsnog tegen elkaar in te wijzen. Alleen aanwijzen als je collega naar je kijkt en er dus kennelijk om vraagt.

·         Praat met elkaar voor de wedstrijd en in de rust en neem even door waar je elkaar wilt helpen.

·         Goede samenwerking is prima, dat vinden de spelers prettig, maar zorg dat je nooit de indruk wekt dat je de spelers maar slecht vindt spelen!

·         Betere scheidsrechters hebben een goed contact met de spelers en snappen dat als iemand net een doelpunt of een zware overtreding tegen heeft gekregen, hij even kwetsbaar is. Goede scheidsrechters weten dat je dan niet op elke kik moet reageren, maar dat een begripvolle blik vaak veel beter is.

·         Als je commentaar krijgt, raak dan niet meteen van slag. Ook niet direct boos worden, maar beleefd vragen of men op wil houden. (Maar soms werkt het prima om te doen alsof je het niet hoort). Maar bedenk wel dat als iemand zegt dat het shoot was, terwijl jij het niet zag, dit een goed moment is om even naar je collega te kijken. Misschien zag hij het wel en kan hij je helpen. Dan kun je alsnog fluiten, of je beslissing aanpassen.

·         Het toegeven van je eigen fouten is één van de moeilijkste elementen van het fluiten. Toch creëer je daardoor juist begrip. Een betere scheidsrechter is ook rustig genoeg om in een onduidelijke situatie de benadeelde spelers even kort uitleg te geven. Zorg dat de vrije bal dan niet snel genomen wordt, want anders heeft de aanval extra voordeel.

·         Een betere scheidsrechter kan éven wachten met fluiten, om te zien of er geen voordeel uit komt en dan alsnog de overtreding bestraffen omdat hij ziet dat het balbezit niet tot balvoordeel leidt.

·         Een betere scheidsrechter fluit niet te snel voor een overtreding (nooit de fluit in je mond houden), weet goed het verschil tussen ‘hij houdt de bal’ en ‘hij houdt voordeel, want hij kán ook wat met de bal’. Een goede scheidsrechter fluit snel voor overtredingen waarbij er geen kans op voordeel is.

 

5.     Plezier

·         Een wedstrijd heeft 24 deelnemers. De fluitisten horen erbij. Zij sporten ook mee. Heb veel plezier en straal dit uit (zonder gek te doen).

·         De betere scheidsrechter gaat het gesprek niet uit de weg en is ontspannen.